En dan heb ik de fotoalbums van opa in mijn handen, kijk en lees over zijn tijd als ondernemer aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hij was directeur van het Jaarbeurs Restaurant in Utrecht.
De krantenknipsels gaan over ontslag, versobering, geen verlichting ‘s avonds, verbod op vergaderingen... het is zomer 1941.
Hoe verder ik blader hoe meer restricties ik lees en dan even niets meer. Totdat de oorlog voorbij is, het dagelijkse leven zijn draai vindt en daarmee ook de fotoalbums weer gevuld worden.
Maar ook dan, lees ik over de vele uitdagingen die opa had na de oorlog, om zijn onderneming boven water te houden.
Resaca
Verhalen van Scarlet
donderdag 30 april 2020
donderdag 31 januari 2019
Coaching, klinkt goed!
Goh... is coaching niet iets voor jou!
Ik ben 43 jaar, ben al vanaf mijn 28ste van de ene achtbaan in de volgende nog heftigere achtbaan aan het springen en nu komt het eind in zicht.
Ik doe het in mijn broek van achtbanen dus waarom stap ik er iedere keer weer in? En waarom nu die angst, nu dat er rust komt...
donderdag 7 juli 2016
Mijn PTSS
Het is onzichtbaar en meestal goed onder controle, maar af en toe verlies ik de grenzen van mijn kunnen en pats dan is het er weer.
Tijdens mijn zwangerschap heb ik 5 maanden onder enorme stress gestaan. De periode daarna was moeilijk. Toen mijn dochter 1,5 jaar was, wist ik dat er iets niet klopte.
Ik kon er de vinger niet op leggen, maar ik was mezelf niet en vond het dagelijkse leven erg moeilijk. Depressief was ik niet en genieten van dingen kon ik ook, maar stress-situaties waren funest. Ik kreeg "black-outs", kon op die momenten niet meer goed functioneren: zoiets simpels als mijn autonavigatie bedienen lukte dan niet. Na een toevallig gesprek met een vriendin, heb ik me aangemeld bij een psychologenpraktijk en na een aantal weken was er de diagnose: PTSS.
Ik ben in therapie gegaan en het deed me goed. Langzaam kreeg ik meer vat op mijn PTSS en kon ik aardig voorspellen wanneer de grens bereikt was. Dat wil niet zeggen dat het vlekkeloos gaat: met vallen en opstaan en iedere dag het gevecht aangaan ben ik een héél eind gekomen.
Nu, 12 jaar later, ben ik trots op wat ik heb bereikt. Alleen kan ik dit trotse gevoel met niemand delen en hoef ik ook geen schouderklopje te verwachten. Dat is het nadeel van een onzichtbare ziekte en natuurlijk ook het voordeel. Niemand merkt het op, dus gemakkelijk te verbergen.
Behalve soms, als ik toch weer over die grenzen heen ga, dan is het er en word ik gemeden. Want gezellig ben ik dan niet.
Soms duurt het dagen voordat ik weer mezelf ben en in die dagen ben ik zielsalleen en de dagelijkse routine vinden is dan een heus gevecht.
Maar uiteindelijk win ik, iedere keer weer en dat geeft kracht!
Abonneren op:
Posts (Atom)